Na de eerste week goed geacclimatiseerd te hebben, was het tijd om de bergen in te gaan. In de "verplichte rust" die het weer ons bood, hebben we een mooie route uitgezet: een rondje van zo'n 60 kilometer, beginnend en eindigend in het zuidoostelijke Campos, met als extra uitdaging zo'n 40 kilometer in de rit "eventjes" heen en terug naar het klooster boven op de Sant Salvador. Een klim van 5 kilometer lang met een gemiddelde helling van 6,4% en stukken van meer dan 10% steil. Dit vormde direct een goede uitdaging, vergelijkbaar met de bekende Alpe d’Huez.
Het totale aantal hoogtemeters van de route was bijna 800 meter over de 63 kilometer, waarvan zo’n 450 in de klim naar Sant Salvador.
De eerste (relatief) vlakke kilometers gingen zonder problemen en langzaam maar zeker zagen we de berg in zicht komen. Van een afstand leek het nog niet zo spannend, maar hoe dichterbij we kwamen, des te groter de uitdaging leek te worden. Met een laatste linksaf de bergweg op zagen we de start van de klim; de aanloop liep al met zo’n 3,5% omhoog en dat was direct te merken. De eerste bochten gingen nog goed, maar al snel werd het zwaar op de benen. Langzaam maar zeker kwamen we steeds verder de berg op en halverwege hebben we een pauze genomen, net voor het steilste stuk van de berg. Uiteindelijk lukte het ons om boven te komen, met een fenomenaal uitzicht over het eiland.
De afdaling ging gelukkig een stuk makkelijker, al zullen onze remmen daar vast anders over hebben gedacht. Eenmaal weer op het lager gelegen stuk hebben we de ronde voortgezet terug naar Campos, voor een mooie rit van 63 kilometer met 782 meter klimmen. Niet alleen was dit een goede rit voor de hoogtemeters, het was ook een goede oefening voor onze techniek: leren hoe op gang te komen op de helling, hoe de bochten aan te snijden en het juiste verzet te kiezen voordat je de helling ingaat.
De volgende rit die ik had uitgezet, zou een "actief herstel" ritje zijn van een kleine 35 kilometer in Calvià. Echter, er zat wat meer "actief" in dan bedoeld, met in totaal zo’n 437 meters omhoog. Deels omdat we een stukje verkeerd reden en op een helling van 16% terechtkwamen, en deels omdat ik niet goed had gekeken dat er twee klimmetjes in zaten. Uiteindelijk was het wel een mooie route en een goede training.
De laatste twee actieve dagen van ons trainingskamp hebben we op de Coll de Soller doorgebracht. Eerst hebben we hem beklommen als training voor Regina, die de Alpe d’HuZes gaat lopen, en de dag daarna hebben we de klim gefietst.
Een klim van 5 kilometer met zo’n 260 meters omhoog. Het was direct merkbaar dat we van de eerste twee klimmen al heel wat hadden geleerd: de bochten goed aansnijden, het juiste verzet kiezen en ook het afdalen ging een stuk beter. Toch kregen we hier weer een goede les.
Boven aan de top, toen we in het café een kopje koffie dronken, zagen we veel andere wielrenners voorbijkomen. Iedereen die boven was, zagen we een jasje aantrekken, terwijl het juist best mooi weer was. Het waaide een beetje, maar met de zon op de klim was het prima te doen. Waar we echter nog niet aan hadden gedacht, was dat de afdaling (die uiteraard veel sneller gaat) aan de schaduwkant van de berg was, waar het met meer dan 50 km/u een stuk kouder is… Les voor de volgende keer: windjack mee.
Al met al was het een geslaagd trainingskamp, met heel wat hoogtemeters, goede lessen geleerd, en een topstart van het fietsseizoen. Nu op naar de volgende rit, de Ronde van Zandvoort op 24 maart!